Leestijd 4 - 5 min
De Hartelborgt en Het Kompas College werken samen stap voor stap steeds meer vanuit de bedoeling
Op zoek naar de denkkracht van medewerkers
Twee organisaties, twee culturen en een grote veranderopdracht. De Hartelborgt en Het Kompas College in Spijkenisse zoeken de verbinding door steeds meer te werken vanuit de bedoeling. Dat gaat met vallen en opstaan én heel veel lol, vertellen directeuren Marjan, Jolita en Hermien.

Marjan Herbschleb en Jolita de Veth zijn managers van Rijks Justitiële Jeugdinrichting (RJJI) De Hartelborgt in Spijkenisse. Marjan focust “op alles wat niet met behandeling te maken heeft” en Jolita richt zich juist op die behandeling. Zij werken intensief samen met Hermien Steenbergen, directeur van Het Kompas College van de Aloysius Stichting, dat het onderwijs verzorgt aan de jongens in De Hartelborgt.

Een paar keer per jaar gaan de drie ‘de hei op’, om samen na te denken over hun gezamenlijke focus voor de komende tijd. Precies tijdens zo’n moment ontstond het idee: misschien moest Wouter Hart (zie kader) eens langskomen in Spijkenisse om te vertellen over werken vanuit de bedoeling.

Van links naar rechts: Hermien, Marjan en Jolita

Veel protocollen

Marjan: “Onze organisatie is heel hiërarchisch. Logisch ook, omdat we te maken hebben met veel veiligheidsvoorschriften en protocollen die nodig zijn. Maar we willen daarin niet doorschieten en er vooral voor zorgen dat medewerkers hun hersenpan blijven gebruiken.”

Niet werken op de automatische piloot dus, maar vooral ‘aan’ blijven staan. Dat is natuurlijk altijd belangrijk, maar zeker nu. De Hartelborgt ontwikkelt zich de komende jaren tot een Forensisch Centrum Jeugd* en hierdoor gaat er veel veranderen. Deze ontwikkeling pakken De Hartelborgt en Het Kompas College graag sámen op en dat gebeurt steeds meer vanuit een gedeelde visie en via gezamenlijke projecten. Zo wordt vanuit het Trajectknooppunt samen gewerkt aan maatwerktrajecten voor jongeren en werd ook het Arbeidstrainingscentrum (ATC) samen opgezet.

Hermien: “Het is helder wat onze visie is, maar voor veel medewerkers is die ook best abstract. We zochten dus naar een manier om meer samen in gesprek te gaan over de dagelijkse bedoeling van het werk, naar ‘de kern’ van het werk van alledag.”

Aanpak

Na een lezing van Wouter Hart over werken vanuit de bedoeling volgde een inspiratiedag waarbij medewerkers op schilderijen verbeeldden wat die ‘bedoeling’ dan is. “Daar kregen we heel enthousiaste reacties op”, vertelt Hermien. De schilderijen waren uiteindelijk mede de basis voor de ‘bedoelingsposter’ die inmiddels in het gebouw hangt en die het gemeenschappelijke kompas van beide organisaties verwoordt.

Marjan, Jolita en Hermien proberen het werken vanuit de bedoeling op allerlei manieren levend te houden. Door bijeenkomsten te organiseren om te praten over wat je tegenkomt in je werk bijvoorbeeld. En ook door medewerkers op allerlei andere manieren te inspireren. Van een kaart met een prikkelende vraag, tot verstopte paaseitjes en een filmpje in de mailbox. Het kan van álles zijn.

“Dat gaat met wisselend succes”, zegt Jolita. “Verstop je tweehonderd paaseitjes, krijg je geen enkele reactie!” Andere acties slaan juist weer heel goed aan en dat is zeker niet altijd voorspelbaar. “Het is een zoektocht met elkaar”, merkt ook Hermien. “Maar we hebben ondertussen wel heel veel plezier met elkaar”, lacht Jolita. En zo is werken vanuit de bedoeling ook een verbindend thema in de onderlinge samenwerking, beamen Hermien en Marjan.

Casuïstiek bespreken

Het is volhouden, experimenteren en samen leren, hopen op de olievlek en continu op zoek naar de denkkracht van medewerkers. Stap voor stap ‘doen’ de interventies van de directeuren toch echt wel iets. “We merken dat medewerkers elkaar steeds meer vinden in hun gemeenschappelijke opdracht: die jongere en zijn toekomst”, vat Marjan samen. “Daarbij is het heel belangrijk om steeds het gesprek aan te blijven gaan over dagelijkse casuïstiek.”

Ze heeft een mooi recent voorbeeld. Een jongere kampte met een psychose en zijn moeder werd gebeld om hem te komen steunen. Moeder haastte zich naar Spijkenisse en vergat in de stress haar identiteitsbewijs. En dat wil de beveiliging wél zien, anders kom je niet naar binnen.

“Op zich is dit een goede regel waar je in principe niet van afwijkt”, kijkt Marjan terug. Toch vroeg deze situatie om een uitzondering. Dat kon, omdat de beveiliging moeder goed kent en het belang van de hulp aan haar zoon zwaar woog. “Een lastige situatie voor de beveiliging, van wie wij verwachten dat zij zich goed aan veiligheidsafspraken houden. Gelukkig belde de beveiliging mij om af te stemmen.”

Pilot leefgroepen

Om het werken vanuit de bedoeling een stap verder te brengen, zijn twee teams die leefgroepen begeleiden recent gestart met een pilot om het anders aan te pakken. Meer werken vanuit de gedachte ‘wat helpt’ in plaats vanuit ‘wat hoort’.

Ondertussen gaan Marjan, Jolita en Hermien zeker door met het ‘bestuiven’ van medewerkers. Het volgende idee is er al: verhalen ophalen bij jongeren, behandelaars en leerkrachten om elkaar te inspireren. Ook de inhoud voor een volgende bijeenkomst is in de maak.

Alvast een tip van de sluier … ‘Stel: je zou een tatoeage willen nemen op je onderarm om je in je werk voortdurend te herinneren aan waarom je dit werk doet. Welk woord of welke woorden zou je kiezen om je scherp te houden als je dilemma’s tegenkomt? Kijk … denk daar maar eens over na. Voor welke woorden zou jij kiezen, in de context van jouw werk?

auteur Anne-Marie Veldkamp